Categorieën
Level 0 Level 3

Gluren bij de buren…wat kunnen we leren van andere vakgebieden.

Voor het sluiten van een wond moet nieuw weefsel worden aangemaakt, begeleid en gevormd. Het is natuurlijk altijd leuk om eens te kijken hoe ander vakgebieden met zo’n probleem omgaan. het eerste probleem bij de aanmaak van nieuw weefsel is hoe je nu de juiste cellen in de wond krijgt. Daarvoor moeten ze naar de wond worden getransporteerd, ze moeten worden aangemaakt en/of van functie veranderen, prolifereren.

In de cardiologie kennen ze het probleem ook. Hoe vervang ik beschadigt hartweefsel. Maar de cariologen hebben een extra probleem. Je kunt niet zonder hart, je kunt wel een poosje door met een wond.  Zij hebben het probleem van weefselregeneratie aangepakt met in vivo cardiale reprogrammering.  Het wordt ook wel transdifferentie, of direct reprogrammeren genoemd. Het is een potentieel krachtige manier om te regenereren. Programmeerbare factoren, zoals groeifactoren worden direct op het aangedane orgaan of weefsel aangebracht om regeneratie te bewerkstelligen, in vivo.  Dat zou wel wat zijn in de wondbehandeling !

Waarom kijken bij de cardiologie? Om nieuw weefsel te laten ontstaan is het ook van belang de juiste infrastructuur te krijgen om de regeneratie te ondersteunen. Doel 1 is hierbij natuurlijk de aanleg van nieuwe bloedvaatjes, neoangiogenese.  Hier is waar de cardioloog om de hoek komt kijken, zijn hebben al heel lang geleden het endotheel ontdekt. Zij weten ook hoe de ontwikkeling van 1 endotheelcel tot een capillair verloopt. Dus, hoewel het gebeurt in een ander vakgebied zijn er wel lessen te leren.

Een ander, vaak over het hoofd gezien stukje infrastructuur zijn de zenuwen. Beschadigde zenuwen hebben een negatief effect op de wondgenezing, dus als er bloedvaatjes komen moeten er ook nieuwe zenuwen worden aangelegd. (en dan wordt de wond ineens weer gevoelig). Gelukkig kunnen zelfs fibroblasten theoretisch veranderen in neuronen.  Dus ook hier zijn lessen te leren.

Maar zelfs als je in staat bent om de infrastructuur van wonden aan te leggen is er nog steeds een soort architect nodig. Hoe komt nu het juiste weefsel op de juiste plek terecht. Wat stuurt de architectuur van het nieuwe weefsel.  Als eerste denk je dan aan andere cellen en groeifactoren.  Maar er is meer, een cel heeft namelijk een afmeting, een cel neemt ruimte in en kan niet overal komen. Bovendien is het in een wond nogal druk, er zijn weinig open plekken. Dat is een eerste aanwijzing dat er meer aan de hand is. Het blijkt dat de vorm van de extracellulaire matrix niet alleen een rol speelt in het begeleiden van cellen maar de cel ook instrueert over de te spelen rol of hoe te prolifereren.

Dus in de aangrenzende vakgebieden als cardiologie en neurologie valt veel te leren over het beïnvloeden van de vorming van nieuw weefsel. Misschien zijn we met die kennis ooit instaat om de aanmaak van vaatjes en zenuwen te reguleren.

Al met al veel opwindend nieuws uit aanpalende velden in de levenswetenschappen.  Let op, hier gelden wel de gebruikelijke waarschuwingen. Een hart is geen wond. Bovendien, het level 0 en 1 probleem speelt hier ook, wat je in een proefdier ontdekt kan best heel anders zijn in een echte patiënt.

Desalniettemin; blijf opletten, je weet nooit of je wat kunt leren.

 

Refs:

http://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1002/ejhf.446/abstract

http://www.sciencedaily.com/releases/2014/02/140212132903.htm  and its original article http://www.nature.com/articles/srep03474

http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4699832/

http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/26613613  and http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/25513718

#proudtobeabiologist